Wil je ook bloggen? Meld je dan hier: info@ervaringswijzer.nl
Recente blogs
Niet ieder pondje gaat door het mondje
Ze noemen mij die dikke. Als er iemand is die niet weet over wie ze het hebben, wordt de omschrijving van mijn persoon aangevuld met: ‘Je weet wel, die kleine met dat korte haar.’ En dan weten ze het meestal wel.
Hokjesgeest. Men wil classificeren, net zoals psychiaters dat doen met hun handboek, de DSM-5, zodat ze over ons cliënten kunnen praten in vaktermen. Psychiaters die ik pas later ben gaan wantrouwen, dat zij niet altijd weten wat ze doen (wist ik veel). Ze hebben me niet verteld dat de medicijnen die ze me voorschreven vreselijke bijwerkingen hebben. Het is toch verschrikkelijk als je hups in een maand tien kilo aankomt? Wat mij gebeurde. En nòg, tientallen jaren later heb ik het niet onder controle. Ik word dik van de wind, zeg ik weleens gekscherend. Ja, waar blijf je zonder humor? Humor die schrijnt, dat wel.
Hoe ik ook dieet, ik kom niet af van mijn forse overgewicht. Een groot bijkomend probleem va n de medicijnen is dat ik het seintje vanuit mijn hersenen dat het genoeg is geweest, dat ik verzadigd ben, niet op tijd krijg. Soms pas uren later. Ik heb dus altijd honger. Want ik stop wel na drie boterhammen en een appel. het zou genoeg moeten zijn, ik herinner me dat van vroeger toen ik deze medicijnen nog niet slikte.
Maar soms kan ik het niet aan. Als het slecht met me gaat, als ik depressief ben, en nee dan het gaat niet over een beetje somber zijn. Mijn lichaam wil gaan compenseren: is mijn geest niet tevreden? Ga lekker eten! Een volle maag is heerlijk!
En zo is het cirkeltje rond. Vechten tegen de honger is uitputtend, wat ik bijna niet kan verdragen tijdens een inzinking.
En overal waar ik kom is eten. Bij een vriendin die speciaal voor mij taart heeft gehaald, ik mag niet weigeren, want ze bedoelt het zo goed.
Iedere dag als ik de deur uitga, neem ik brood mee, laat mezelf niet verlokken tot een snack of ijs als mijn maag zich plotseling heftig roert.
Ik doe mijn best, mijn uiterste best. Alle dagen fiets ik, ik zwem twee of drie keer per week, weer of geen weer. Ik loop trappen, neem nooit een lift of roltrap. Ik zou niet weten wat ik nog verder zou kunnen doen om verlost te worden van de overtollige kilo’s. Af en toe roep ik wanhopig ‘Help!’ in mijn hoofd. En dan ga ik maar naar de markt, en koop een bos bloemen en een visje voor de poes. Met het hoofd hoog geheven loop ik langs de stroopwafelkraam, de vlaamse frieten, meneer Kebab, de snoepkraam, de Oud hollandse gebakkraam.
Bij de laatste kraam zwicht ik. Ik koop een banaan.