Wil je ook bloggen? Meld je dan hier: info@ervaringswijzer.nl
Recente blogs
Olga’s eigen coronakringetje 9: Het vergeten mondkapje
We schrijven 11 maart 2022.
Op de valreep van het afschaffen van de mondkapjes, vergat ik gisteren voor de allereerste keer sinds Corona om een mondkapje in mijn tas te stoppen.
Toen in juni 2020 de mondkapjes wettelijk verplicht werden in het Openbaar Vervoer bereikte ik op een zaterdag voor de invoering daarvan de Albert Cuyp. Bij de stoffenhandelaar waren ze al helemaal in de mondkapjesmodus en ik nam daar een metertje zwarte stof en twee kleuren bloemetjesstof af. Elastiek was uitverkocht en moest ik bij Ritsies aan het Purmerplein in Amsterdam Noord scoren.
Tien kapjes maakte ik. Blauw voor heen, roze voor terug. Ik deed wat de regering wilde, alhoewel ik grote twijfels had naar aanleiding van een televisie-uitzending over de effectiviteit van mondkapjes.
U weet het nog wel, het was big business in het begin, sommige winkels boden gezellige mondkapjes aan voor vijf euro of zelfs zevenenhalf. De reguliere mondkapjes waren in het begin vijftig eurocent het stuk. Later was er zo’n fors aanbod dat de marktkooplieden hun waar aan de straatstenen niet meer kwijt raakten.
Gisteren liep ik op mijn gemak het kwartiertje naar het Noorderpark, om aldaar de metro te nemen naar de stad. In het zicht van het metrostation besefte ik dat ik vergeten was om mondkapjes in mijn tas te stoppen. Terug lopen was geen optie, ik wilde niet te laat komen voor mijn afspraak. De oplossing kwam snel voor handen en ik begon de grond af te speuren naar een weggegooid of verloren mondkapje.
‘Smerig!’ roept u. Maar ach, ik vind het allemaal niet zo erg, als er maar een plan is. Nu ben ik net hersteld van corona en bang voor bestemetting door een gebruikt mondkapje ben ik niet. Verder ben ik opgegroeid bij een Indische moeder, die vroeger vòòr de familie in de jaren vijftig naar Nederland kwam, baboes had voor het huishoudelijke werk.
Bij ons thuis lag het stof duimendik op de stopcontacten en ik heb lang gedacht dat dat zo hoorde. Eten, gemorst op de grond, werd kalm terug in de pan gedaan. Een restverschijnsel van de Tweede wereldoorlog waarschijnlijk, de honger in het vrouwen- en jappenkamp moet verschrikkelijk zijn geweest.
Er was geen mondkapje te vinden, hoe ik ook zocht. Vreemd, omdat vanaf het begin dat de mondkapjes in het straatbeeld verschenen, deze meteen in de top vijf stond van zwervend afval.
Rustig ging ik de metro in; in al de tijd dat de Noord/Zuidlijn rijdt, heb ik nooit controle meegemaakt. Ik stapte op het Rokin uit, onderwijl de trappen onderzoekend. Nee, ik maakte in het geheel geen buit. Hajenius was aan de overkant en ik zette mijn schreden daar naar toe. Een vijftal meters voor de sigarenboer lag ze daar. Ze had de stoelpoot van een terrasstoel omhelst en lag daar lelieblank met een klein smetje te stralen.
Hup, en ze zat in mijn jaszak. De tram naderde alras en ik stapte in, dook meteen naar rechts met mijn gezicht afgewend. Ditmaal geen groet voor de conducteur. Veilig bereikte ik een zitplaats. Het gebruikte mondkapje bleef ongebruikt in mijn jaszak zitten.
Bij mijn nichtje ging het ding richting vuilnisbak en kreeg ik een hele mooie zwarte voor de terugreis.